De zang van de vogels
Een wereld zonder muziek zou een ‘dwaling zijn’ (dixit Nietzsche), een wereld zonder vogelzang niet minder een verweesde plek. Door de eeuwen heen hebben vele componisten zich laten betoveren én inspireren door de zang van vogels. In talloze composities zijn er referenties aan de zangers van de natuur, direct of indirect, concreet of in meer symbolische zin. In de lezingenreeks ‘De Zang van de Vogels’ horen we hoe componisten uit diverse landen en periodes de verbinding hebben gelegd tussen natuur en cultuur.
In woord, klank en beeld vliegen vogels van allerlei pluimage door een tweetal lezingen en prachtige partituren, van de lagune van Venetië tot in de moerasgebieden van Finland.
LEZING 1
In deze lezing een korte introductie van diverse vogels in vocale en instrumentale werken, vogels als boodschappers van de liefde en als intermediair tussen hemel en aarde. Van de amoureuze connotaties van de nachtegalenzang, het opgewekte gekwinkeleer van het puttertje tot aan de kip die zowel in Parijs als in Rome kakelt.
LEZING 2
In de tweede lezing komen twee van de bekoorlijkste zangers aan bod (de merel en de zanglijster), legt de specht virtuoos zijn ritmische patronen, vrolijkt de koekoek ons op, trekken zwanen over met hun mysterieuze zang, versmelten snaren zich met gouden keeltjes en zweven we als de arend over bergen en dalen.